Toespraak Ahmed Marcouch symposium Sporen van slavernijverleden

Maandag 18 maart gaf onze burgemeester Ahmed Marcouch een toespraak tijdens het symposium Sporen van slavernijverleden in Arnhem. Op deze pagina leest u hem terug.

Beste mensen, 

Mevrouw Gootjes, mevrouw Esseboom, heel veel dank voor dit belangrijke rapport!
Natuurlijk ook dank aan Erfgoed Gelderland en iedereen die aan het onderzoek heeft meegewerkt.

Bij de herdenking van de afschaffing van de slavernij wees ik op het belang van verhalen.  De nazaten van de tot slaaf gemaakten hebben het grote verschrikkelijke verhaal met hun persoonlijke familiegeschiedenissen namen en gezichten gegeven. En wetenschappelijk onderzoek maakt dit nu voor ons in Arnhem historisch compleet.
In overleg met de wethouders en het comité gaan wij de komende maanden het onderzoeksrapport diepgaand tot ons nemen. Want het staat vast dat ook de Arnhemse welvaart onlosmakelijk verbonden was met het koloniale systeem en de slavernij. Ook Arnhem is gebouwd op een fundament van historisch onrecht. Dat weten we, maar het is essentieel dat wij de bloedrode bladzijden terdege tot ons laten doordringen. En dan zijn vervolgens onze doorleefde excuses zeer op zijn plaats, wij kiezen hier een veelzeggende plaats en tijd voor, zorgvuldig en in overleg met het comité.
Het onderzoek toont buitengewoon pijnlijke kanten van onze geschiedenis. Die kunnen wij helaas niet ongedaan maken. Wel dienen wij uit onze geschiedenis onmisbare levenslessen te trekken. Zie het verleden als een gedoofde ster. Ook als het geschiedenis is, de ster niet langer bestaat, dan toch zet het licht zijn reis voort. 

Wij vangen dat licht op. 
Uw onderzoek doet dit en zal nieuw licht werpen op onze hedendaagse Arnhemse samenleving. Wie meer over het slavernijverleden leert, loopt door een ander Arnhem. Wij genieten nog steeds van Park Sonsbeek, wij bewonderen kasteel Zypendaal, maar wij zien nu veel méér dan de uiterlijke schoonheid waarachter vreselijke dingen schuil gaan. Vanaf nu zijn de parken en kastelen voor ons de stille getuigen daarvan. 

Ook mijn werkkamer kent stille getuigen, mevrouw Gootjes wees er terecht op. Als  burgemeester kijk ik met andere ogen naar mijn voorgangers. Het was destijds wel even schrikken toen ik op mijn werkkamer het familiewapen van Pels Rijcken aantrof. Met de twee hoofden die waarschijnlijk van slaafgemaakten waren.

Je ziet niet alleen gebouwen en voorwerpen met andere ogen, maar ook de Arnhemse samenleving. Je ziet waar achterstellingen vandaan komen. Hoe historisch onrecht doorwerkt in onze tijd. Je ziet een prachtige stad, maar wel een waaraan we samen hard moeten werken.
Dat besef is onmisbaar voor wie wil begrijpen. En voor wie streeft naar de verzoening waarmee we vorig jaar een begin maakten. 

Nederland heeft landelijk al onderzoek gedaan en de koning heeft al excuses gemaakt, misschien was u erbij toen we hier in Musis samen dat emotionele moment beleefden. Excuses waren een noodzakelijke voorwaarde. In Arnhem wisten wij ook al dat veel families geprofiteerd hebben van de slavernij, maar wij willen nu precies weten hoe het zit. En wat het betekent voor onze stad. Premier Rutte sprak van een komma, geen punt. 

Het werk van Erfgoed Gelderland biedt ons in Arnhem een handvat om gericht te blijven werken aan maatschappelijke rechtvaardigheid, verzoening en heling. En dat zullen we ook doen.

Beste mensen,

De slavernij was mogelijk doordat één deel van de mensheid een ander deel zijn menselijkheid afnam. De mensonterende mechanismen spelen nog steeds: Holocaust is nog geen eeuw geleden en tot op de dag van heden betwisten bevolkingsgroepen elkaars bestaansrecht. 
Dus het is goed dat wij hier met dit symposium de jaarlijkse Week tegen Racisme openen. Met als grote les dat wij moeten opkomen voor elkaars recht, dus niet elke categorie voor zichzelf. Niet alleen opkomen voor mensen die op ons lijken, Niet vanuit identificatie, maar vanuit menselijke waarden. Hoe schokkend het wereldnieuws ook is, toch roep ik de politici op om ons onvoltooid verleden scherp voor ogen te houden. 
Dat leert de Surinaamse vrijheidsstrijder Anton de Kom ons, schrijver van ‘Wij slaven van Suriname’ uit 1934. Hij streed voor een menswaardig bestaan, niet alleen voor zijn onderdrukte landgenoten, maar voor alle onderdrukten. Wij vinden hem hier om de hoek in het Openluchtmuseum in Arnhem, terecht heeft hij dit venster in de Canon van Nederland, dankzij de inzet van de nazaten en historici -  als onderdeel van onze geschiedenis.  
Nog altijd wordt maatschappelijke achterstelling van generatie op generatie doorgegeven, ook vanuit het slavernijverleden.
En weer is antisemitisme aan een opmars bezig, net als moslimhaat. 
Laten we daar samen tegen blijven strijden.
Om te beginnen door ons open te stellen voor de ander.
Voor de nieuwe verhalen die ons verteld worden.
Ook als die verhalen ongemakkelijke waarheden onthullen. 
Uitgerekend onrecht is namelijk soldaat van de rechtvaardigheid. Want onrecht dat opkomt, raakt mensen indringend met zijn wreedheid. Dan staan mensen op, spreken zich uit en roepen: waar is het recht? En dan zal het recht zich openbaren. En het recht zal zegevieren.