Slavernijverleden van Arnhem

In Arnhem staan we stil bij de afschaffing van de koloniale slavernij, 150 jaar geleden. Wij doen dat omdat de gevolgen ervan ook nu nog voelbaar zijn. We herdenken het slavernijverleden ook omdat we vinden dat dit nooit meer mag gebeuren.

Onderzoek Sporen van slavernijverleden in Arnhem

Bestuurders en andere Arnhemmers waren over meerdere eeuwen, direct en indirect, betrokken bij koloniale slavernij. De stad heeft daar profijt van gehad. Zo zijn bijvoorbeeld de geroemde Arnhemse parken mede voortgekomen uit slavernijgelden. Dat staat in het rapport ‘Sporen van slavernijverleden in Arnhem’ (pdf, 9MB) dat burgemeester Ahmed Marcouch op 18 maart op het gelijknamige symposium met een toespraak in ontvangst nam. De gemeente liet dit onderzoek doen om een beter beeld te krijgen van het Arnhemse slavernijverleden en de eventuele betrokkenheid van het toenmalige stadsbestuur. Lees meer in het persbericht of bekijk het symposium terug in de video's van het symposium 'Sporen van slavernijverleden in Arnhem'.

Wat wordt bedoeld met het koloniale slavernijverleden van Nederland?

Het slavernijverleden is de tijd waarin Nederlanders 600.000 mensen per schip vervoerden van Afrika, Oost-Indië naar Noord- en Zuid-Amerika. Deze mensen werden verkocht (verhandeld) om onder dwang te werken in slavernij. Dit gebeurde van de 17e tot en met de 19e eeuw.

Waarom is er een herdenkingsjaar van het Nederlandse slavernijverleden?

Het slavernijverleden is een pijnlijk onderdeel van onze geschiedenis. Dat is de reden dat er tot voor kort weinig aandacht aan werd besteed. Op 1 juli is het 150 jaar geleden dat de slavernij werd afgeschaft. Die datum is het begin van het Herdenkingsjaar Slavernijverleden.

De afschaffing van de slavernij was de eerste stap naar vrijheid en gelijkheid voor alle mensen. Helaas zijn we nog niet zover dat dat voor iedereen geldt.  

Arnhem wil een stad zijn waar iedereen zich gezien, gehoord, gewaardeerd en veilig voelt. Waar iedereen gelijkwaardig is en zo behandeld wordt. En waar iedereen dezelfde kansen heeft. Daarom doen wij ook mee aan het herdenkingsjaar.

Waarom al die aandacht voor het slavernijverleden? Het is toch niet onze schuld?

Tijdens het slavernijverleden werden zwarte mensen verhandeld en uitgebuit. Ze leefden meestal onder onmenselijke omstandigheden en waren niet vrij om hun eigen leven te leiden. Witte mensen profiteerden hier juist van. Veel mensen weten dit helemaal niet. Daarom besteden we hier aandacht aan. Maar ook omdat de ongelijke machtsverhouding tussen zwart en wit er nog steeds is.

Wat onze voorouders deden, is niet onze fout. Maar wat er in het verleden is gebeurd, werkt nog voort in ons dagelijkse denken en doen. Zonder dat we dat beseffen. De ongelijkheid tussen zwart en wit leeft in onze generatie door in vooroordelen en racisme. Racisme is het idee dat sommige etnische groepen minder zijn dan andere. Uiterlijke kenmerken worden gekoppeld aan bepaalde eigenschappen. Met een zwarte huidskleur word je bijvoorbeeld eerder voor crimineel of arm aangezien, terwijl je met een witte huidskleur slimmer of rijker wordt ingeschat. Mensen van kleur worden nog dagelijks gediscrimineerd en ongelijk behandeld. De sociaal-economische positie van de kinderen van tot slaaf gemaakten is vaak slechter dan die van oorspronkelijke Nederlanders.

Daar willen we wat aan doen door zoveel mogelijk mensen hier bewust van te maken en te herdenken en te vertellen hoe het verleden doorwerkt in de huidige samenleving.

Wat doet gemeente Arnhem nog meer om Arnhemmers bewust te maken van het slavernijverleden en de doorwerking ervan in het heden?

  • De gemeente liet onderzoek doen naar sporen van het slavernijverleden in Arnhem, met bijzondere aandacht voor de rol van het stadsbestuur. 
  • De Arnhemse week tegen racisme (18 tot en met 23 maart 2024) staat in het teken van het koloniaal verleden en de impact op hedendaags racisme.
  • Viering Keti Koti / Kibra Kadena op 1 juli 2023 (Keti Koti en Kibra Kadena betekenen ‘verbroken ketenen’, verwijzend naar de boeien waarmee de tot slaaf gemaakten vastgezet werden).
  • De gemeente Arnhem heeft het kabinet opgeroepen om 1 juli tot een nationale feestdag te maken ter viering van het einde van de slavernij.
  • Arnhem krijgt een Keti Koti-monument.
  • De gemeente stelt subsidies beschikbaar voor activiteiten om het slavernijverleden te herdenken en voor de bestrijding van racisme.

Welke rol speelden Arnhemmers en de gemeente in het slavernijverleden?

Erfgoed Gelderland deed onderzoek naar het slavernijverleden van Gelderland. In dat onderzoek bleek dat ook Arnhemmers een rol hebben gespeeld. Wat we hier bijvoorbeeld over weten is dat:

  • Huis Zypendaal deels is betaald uit de opbrengsten van suikerplantages in Suriname
  • enkele Arnhemse eigenaren van een (deel)plantage een schadevergoeding kregen voor hun tot slaaf gemaakten, nadat de slavernij was afgeschaft
  • een plantage in Suriname de naam ‘Arnhem’ droeg
  • tot slaaf gemaakten, die eerder in slavernij leefden, als bedienden werkten voor Arnhemse families

De gemeente Arnhem liet Erfgoed Nederland vervolgonderzoek doen naar meer sporen van het slavernijverleden in Arnhem en de rol van het Arnhemse stadsbestuur.

Het doel van het onderzoek is het verder blootleggen van sporen van slavernijverleden in Arnhem. Daarnaast wil het gemeentebestuur:

  • nieuwe informatie en inzichten toevoegen aan de geschiedschrijving
  • de gemeente nazaten van tot slaaf gemaakten en van slaafeigenaren betrekken
  • zoveel mogelijk echte en persoonlijke verhalen over het slavernijverleden verzamelen. Liefst zoveel mogelijk aan de hand van archiefstukken en originele objecten uit die tijd. 

Wethouder inclusie Maurits van de Geijn: "Ook al is het lang geleden, het slavernij- en koloniaal verleden is een pijnlijke periode in de geschiedenis van Nederland. Een geschiedenis die zelfs vandaag nog impact heeft op het leven van vele nazaten van tot slaaf gemaakte mensen. Dat kunnen we niet negeren. Daarom is het nodig dat we het slavernijverleden van Arnhem en de rol die het Arnhemse stadsbestuur daarin speelde goed in kaart brengen."