Beste mensen,
Wij staan vandaag stil om te herdenken. Om met elkaar de pijn te erkennen van een onmenselijke bladzijde uit de Nederlandse geschiedenis. Om woorden te geven aan iets dat niet te begrijpen is. Om mensen die tot slaaf gemaakt werden namen en gezichten te geven. Om hun verhalen te vertellen. Opdat we niet vergeten.
Er is een jaar verstreken sinds ik namens het Arnhemse gemeentebestuur excuses aanbood voor het onbeschrijfelijke leed dat de totslaafgemaakten is aangedaan. Leed waarvan ook onze stad volop heeft geprofiteerd.
Dat deed ik in navolging van de minister-president en van onze Koning. Het waren betekenisvolle momenten. Momenten waarop lang gewacht was. Momenten van erkenning, spijt, berouw. Van rechtvaardigheid, verdriet en bevrijding.
Die momenten waren nodig.
Om respect te betuigen aan mensen die lange tijd niet eens als mens werden beschouwd.
Om trauma’s, die van generatie op generatie zijn overgedragen, de kans te geven om te helen.
Herdenken, zoals wij vandaag samen doen, blijft nodig. Want wie herdenkt, beseft dat de geschiedenis nooit voorbijgaat. Het verleden leeft voort in het heden, zeker wanneer het gaat om ons slavernijverleden.
Een van de dingen die we vorig jaar met elkaar vaststelden, is dat het belangrijk is om elkaar verhalen te vertellen. Want verhalen kunnen een kloof overbruggen, mensen samenbrengen, wonden helen.
Ze zijn indrukwekkend, en aangrijpend. Maar ze vervullen ook een belangrijke functie.
Dat leren we bijvoorbeeld van het verhaal van de Surinaamse vrijheidsstrijder Boni, te lezen in het prachtige nieuwe boek van Tessa Leuwsha. Zij vertelt een uniek verhaal en geeft ons bovendien een belangrijke les mee.
Leuwsha heeft namelijk niet alleen gebruikgemaakt van historische bronnen, maar kleurt het leven van Boni ook in met fictie.
Doet ze daarmee voldoende recht aan de geschiedschrijving?
Ja.
Want als we ons uitsluitend houden aan de officiële methoden van de geschiedwetenschap – hoe kunnen we dan ooit mensen beschrijven die geen geschreven bronnen hebben nagelaten? Die geen dagboeken, memoires of brieven hebben geschreven? Omdat ze niet konden schrijven of geen schrijfmateriaal hadden, of omdat de mogelijkheid om zich daarmee bezig te houden ze bruut werd ontnomen?
Dat geldt natuurlijk in het bijzonder voor totslaafgemaakten en hun nazaten.
Ik citeer uit het boek: ‘Men zegt dat de Atlantische Oceaan alle herkomstverhalen van slaafgemaakten heeft opgeslokt, en dat daarvan niets meer te traceren valt.’
Ook een groot man als Boni liet geen geschreven sporen na. Maar dat is geen reden om hem te vergeten.
Met verhalen kunnen nazaten van totslaafgemaakten hun geschiedenis terugveroveren. Net als met tradities, rituelen, kleding, liederen en dans. Het zijn manieren om zelfbewustzijn te creëren. Om trots te zijn op je afkomst en je identiteit. Door je te spiegelen aan voorouders die grootse daden hebben verricht.
Je moet je geschiedenis veroveren om je vlag in het heden te kunnen planten. En om die geschiedenis te veroveren, moet je je bevrijden van de conventies die altijd het narratief van de macht hebben ondersteund.
Want de verhalen van voorouders zijn waardevol, ook als ze niet op archiefonderzoek zijn gebaseerd. Ze vertellen ons over heden en verleden. En ze spreken ook over helden. Geen feilloze superhelden, maar echte mensen die bijzondere dingen gedaan hebben. En die ons daarom kunnen inspireren. Nazaten van totslaafgemaakten hebben helden als Boni nodig. Sterker nog: ze hebben er recht op!
Beste mensen,
Het terugveroveren van de geschiedenis is een belangrijke vervolgstap, na de vorig jaar gemaakte excuses.
Zo komt het perspectief van de totslaafgemaakten in beeld. Ze krijgen een gezicht, en veranderen van miljoenen gedwongen figuranten in hoofdrolspelers. Door een creatieve herschepping van hun verhalen. Verhalen die ons de weg wijzen naar de toekomst.
Als gemeente dragen we daar ook aan bij. Bijvoorbeeld door de symboliek van de locatie waar wij nu staan. Vlakbij de plek waar het Arnhems monument ter herdenking van het slavernijverleden zal verrijzen. Samen herdenken krijgt extra betekenis wanneer we dat doen op een vaste en iconische plek.
Maar ook in het onderwijs. Door te zorgen dat in de toekomst al onze leerlingen van jongs af aan les krijgen over het Arnhemse slavernijverleden, werken we aan het ontwikkelen van een eigen lesmethode. Mijn eigen zoon leert deze lessen op zijn basisschool. Ik zie van dichtbij hoeveel indruk ze op hem maken.
Dat is van groot belang, want zo wordt het slavernijverleden deel van onze gedeelde, Arnhemse geschiedenis.
We hebben als gemeente ook het boek Volg het spoor samengesteld. Het verscheen deze maand, en het laat ons de sporen van het Arnhemse slavernijverleden zien. Het is wetenschap vertaald naar mensen van vlees en bloed.
U kunt het boek straks gratis meenemen, het ligt voor u klaar. Als gemeentebestuur vinden we het belangrijk dat de verhalen over het slavernijverleden een zo groot mogelijk publiek bereiken.
Want, beste Arnhemmers,
Alleen zo kunnen we verder groeien als samenleving.
Alleen zo kunnen we de traditionele Nederlandse geschiedenis verrijken met de geschiedenis die zo lang een pijnlijke voetnoot was.
Alleen zo kunnen we verder bouwen aan een veelkleurige, veelstemmige, gezamenlijke geschiedenis.
Hoe moeilijk en pijnlijk dat soms ook zal zijn.
En alleen zo kunnen we samen verder bouwen aan een gezamenlijk heden. Zonder racisme, zonder achterstelling, zonder schaamte.
Daarom moet Nederland zich bevrijden van de ketenen van een eenzijdig vertelde geschiedenis.
Wat ik hoop, is dat verzetshelden als Boni in de toekomst niet alleen helden zijn van nazaten van totslaafgemaakten.
Want zij zijn helden van de hele mensheid. Zij zijn de helden van Nederland.
Dank u wel.
Het gesproken woord geldt.