Wat vinden inwoners van de straat van de toekomst?

Van 6 tot 20 januari 2020 konden inwoners zich uitspreken op meedenken.arnhem.nl over het thema 'straat van de toekomst'. Eén van de thema's die bepalend zijn voor de inrichting van de ruimte van Arnhem in 2040. De resultaten van deze online meedenksessie staan op deze pagina en worden als advies meegenomen bij het opstellen van de Omgevingsvisie Arnhem 2040.

De pagina met stellingen over 'straat van de toekomst' is 2.382 keer bekeken in 1054 bezoeken. Bijna 21% van de bezoekers heeft doorgeklikt naar de inlog om te kunnen reageren. Gemiddeld 130 bezoekers klikten per stelling op 'eens' of 'oneens'. Over alle stellingen zijn 232 uitgebreide reacties gegeven die als input hebben gediend voor deze resultaten.

Algemene conclusie

Bij de inrichting van de straten van Arnhem in 2040 kiezen de meeste respondenten voor minder ruimte voor de auto en meer ruimte voor groen en leefbaarheid in de wijk. Het merendeel van de respondenten vindt dat zij hieraan zelf kunnen bijdragen door hun eigen tuinen te vergroenen en vaker gebruik te maken van de fiets, het openbaar vervoer en de 'benenwagen'. De meeste respondenten zijn voor lagere snelheidslimieten in de straat en zijn bereid wat verder te moeten lopen naar hun auto. Daarnaast delen veel respondenten de mening dat het bezit van een tweede auto in het algemeen moet worden ontmoedigd en dat parkeerplaatsen eerlijk moeten worden verdeeld door betaald parkeren en parkeervergunningen. Over de beperking van de snelheid in de centrumring zijn de meningen verdeeld. Belangrijkste aandachtspunten zijn het bouwen van slimme parkeervoorzieningen in combinatie met groen in de wijken, rekening houden met demografie bij het toepassen van maatregelen om autogebruik te beperken en het faciliteren van alternatieve vormen van vervoer.

De resultaten per stelling
 

Straat van de toekomst

‘De straat van de toekomst is een groene straat met weinig autoverkeer en veel ruimte om te spelen en te ontmoeten.’

De overgrote meerderheid van respondenten is het erover eens dat de straat van de toekomst een groene straat moet zijn met weinig autoverkeer en veel ruimte om te spelen en ontmoeten. Voorstanders van de groene straat vinden dat tegenwoordig een te groot deel van de openbare ruimte wordt ingenomen door verkeer en parkeren. Sommige respondenten verwachten ook dat er in de toekomst beter openbaar vervoer en deelautosystemen komen, waardoor er minder ruimte op straat voor auto’s nodig zal zijn. Bovendien stellen ze dat groene straten beter kunnen bijdragen aan problemen van klimaatverandering, zoals wateroverlast en hittestress. Degenen die het oneens met deze stelling zijn, zijn van mening dat efficiënt verkeer de primaire functie van straten is. Ze noemen lawaai en overlast als ongemakken van een woonstraat. Ook geven ze aan dat veel mensen voor hun huis willen kunnen parkeren omdat dat gemakkelijk is, omdat ze zo een oogje in het zeil kunnen houden op hun eigen auto. Belangrijkste aandachtspunt voor de straat van de toekomst is het vinden van balans tussen groene leefruimte en vervoer. Hierbij vinden respondenten het ontmoedigen van autobezit en het bevorderen van andere vervoerswijzen zoals het openbaar vervoer, de fiets en deelauto’s belangrijk. De auto kan zo ‘te gast’ worden in de straat en meer ruimte geven aan groen en speelplekken. 

Gratis parkeren

‘Het gratis kunnen parkeren van je auto op straat is een vanzelfsprekendheid.’ 

Voor de meeste respondenten is het gratis parkeren van auto's op straat niet vanzelfsprekend. Autogebruik moet worden ontmoedigd. De openbare ruimte is volgens hen beperkt en moet niet alleen voor auto’s ingericht worden. Er mag daarom ook meer betaald parkeren worden ingevoerd in de stad. Aan de andere kant zijn er mensen die stellen dat de stad nog steeds bereikbaar zou moeten zijn met de auto en dat dus (betaald) parkeren nodig is. Het komt vaak voor dat betaald parkeren zich niet vertaalt in betere parkeermogelijkheden. Sommige mensen vinden dat ze al te veel belasting betalen. Parkeren zou daarom gratis mogelijk moeten blijven op aangewezen plekken in de openbare ruimte (het liefst dicht bij huis). Belangrijke aandachtspunten bij parkeren en vervoer zijn beter toegankelijke centrale parkeerterreinen/garages in de wijken en het uitgebreider en betaalbaarder maken van het openbaar vervoer. 

Inwoners vergroenen de tuin

‘Aan een gezonde en groene straat leveren inwoners een bijdrage door hun tuinen te vergroenen.’

De overgrote meerderheid van respondenten is het erover eens dat inwoners zelf bij kunnen dragen aan een gezonde en groene straat door hun tuinen te vergroenen. Ze geven aan dat een groene tuin bijdraagt aan tal van maatschappelijke doelen, zoals het vergroten van biodiversiteit, gezondheid, waterberging en het tegengaan van hittestress. Als suggesties/aandachtspunten worden genoemd: het belonen van bewoners met een groene voortuin met subsidie of lagere belasting, het geven van uitleg over groene tuinen, aandacht voor wateropvang en -retentie en het laten helpen van landschapsarchitecten bij het ontwerpen van tuinen in wijken.

Rijsnelheid naar 30 km per uur

‘Om de leefbaarheid op straat te vergroten ben ik bereid mijn rijsnelheid te verlagen naar 30 km per uur.’

De meeste respondenten waren het eens met bovenstaande stelling. Zij stellen dat het voordelen biedt op het gebied van veiligheid, gezondheid en milieu en noemen bijvoorbeeld een aangenamere en veiligere leefomgeving voor de kinderen en minder geluidsoverlast als voordeel. Voor hen moet de veiligheid van niet-autogebruikers voorop staan. Degene die tegen snelheidsverlaging zijn, geven aan dat het geen zin heeft om 30 km/u voor de hele stad door te voeren, vooral niet voor de hoofdwegen. Sommigen noemen ook de nadelen van de lagere snelheid voor het milieu. De belangrijkste aandachtspunten zijn onder meer het onderscheid tussen woongebieden en toegangswegen, het gebruik van snelheidsmeterspaarpots, het toepassen van passend wegontwerp (breedte, bereikbaarheid) en een betere handhaving van snelheidsbeperkingen.

Parkeerplaats verder weg

‘Ik ben bereid verder te lopen naar een parkeerplaats als mijn straat daardoor groener kan worden ingericht.’

De meeste respondenten zijn het erover eens dat parkeerplaatsen verder weg mogen zijn als daardoor de straten groener kunnen worden. Zo worden straten en wijken aangenamer. Sommigen beweren ook dat het idee om altijd dicht bij te parkeren achterhaald is, vooral in dichtbebouwde delen van de stad. Tegenstanders noemen de nadelen voor mensen met beperkte mobiliteit, moeilijkheden bij het verplaatsen van zware lasten en het niet in de gaten kunnen houden van hun auto. Ook wordt vermeld dat groen in de nabije omgeving soms ten koste gaat van groen elders. Belangrijke aandachtspunten zijn de bouw van slimme ondergrondse parkeerplaatsen en dat er op plaatsen voor de deur kortdurend parkeren mogelijk moet zijn. Ook aandacht voor de stalling van fietsen (ook scooters, kinderwagens etc) en parkeergelegenheid voor ouderen en gehandicapten.

30 km per uur op de centrumring

‘De binnenstad wordt een stuk aantrekkelijker als het verkeer op de centrumring 30 km uur gaat rijden.’

Er is geen overeenstemming tussen respondenten over het beperken van de snelheid tot 30 km per uur op de centrumring. Ongeveer de helft van de respondenten is voor waarbij wordt gesteld dat auto's onevenredig veel ruimte op de weg krijgen. Ze geven aan dat een dergelijke maatregel een positief effect heeft op geluidsoverlast, de kans op aanrijdingen en de uitstoot van uitlaatgassen. Lagere snelheden vergroten daarmee de aantrekkelijkheid en leefbaarheid in het stadscentrum. Degenen die tegen deze stelling zijn, geven aan dat deze snelheid op deze locatie onnatuurlijk aanvoelt en onbegrip oproept doordat de verkeersdoorstroming afneemt en de uitstoot toeneemt. Suggesties zijn onder meer: goed afgestemde verkeerslichten voor een betere groene golf, wegen die op natuurlijke wijze lagere snelheden stimuleren en het aanbieden van alternatieve routes.

Nieuwbouw en vervoer

‘Bij het bouwen van nieuwe woningen moet het gebruik van de fiets, het OV en de benenwagen gestimuleerd worden. Bijvoorbeeld door woningen te bouwen bij treinstations, het verminderen van parkeerplaatsen en snellere en betere fietsverbindingen.’

De meeste respondenten zijn voorstander van het stimuleren van fietsgebruik, openbaar vervoer en de 'benenwagen' bij nieuwbouw. Voor deze groep zijn de huidige parkeernormen achterhaald en moet autogebruik worden ontmoedigd. Tegenstanders vermelden dat rekening moet worden gehouden met mensen met een beperkte mobiliteit en dat parkeerplaatsen noodzakelijk zijn. Suggesties zijn onder meer: rekening houden met demografie, bouwen van wijk- of buurtparkeerplaatsen met intelligente toegangscontrole als een vorm van beveiliging, uitbreiden van de fietssnelwegen, verbeteren van de kwaliteit van het openbaar vervoer en het aanbieden van elektrische deelauto's.

Parkeerruimte eerlijk verdelen

‘Om de parkeerruimte in de straat eerlijk te verdelen moet de gemeente vaker werken met parkeervergunningen in combinatie met betaald parkeren.’

De meeste respondenten waren het erover eens dat parkeervergunningen en betaald parkeren moeten worden gebruikt om de parkeerruimte op straat eerlijk te verdelen. Degenen die tegen deze stelling zijn, geven aan dat betaalde parkeersystemen en parkeervergunningen niet goed werken voor grotere groepen. Omdat de wachttijd bijvoorbeeld te lang kan duren. Sommigen noemen ook dat burgers al te veel belasting betalen en dat daarom gratis parkeren gegarandeerd moet worden. Dat betaald parkeren geen oplossing is maar een verdringing van het probleem. Belangrijke aandachtspunten zijn onder andere het denken aan slimme extra parkeerplaatsen in combinatie met bijvoorbeeld groene daken/gevels en het stimuleren van parkeren op eigen terrein. Ook leeft de vraag wat een eerlijke verdeling is qua beschikbare parkeerplaatsen aangezien gezinnen andere behoeften hebben dan eenpersoonshuishoudens.

Tweede auto weg

‘Ik ben bereid een tweede auto weg te doen als er alternatieven - zoals bijvoorbeeld het OV, een deelauto of een deelfiets - beschikbaar zijn.’

De meerderheid van de respondenten is het eens met bovenstaande stelling. Ze geven aan dat dit het autodelen zou stimuleren en er meer ruimte zou zijn voor groen en spelende kinderen. Degenen die ertegen zijn, geven aan dat het hebben van een tweede auto voor bepaalde gezinnen een noodzaak en geen luxe is. Daarnaast wordt vermeld dat gedeelde voertuigen niet altijd goed door gebruikers worden behandeld. Belangrijkste aandachtspunt hierbij is dat alle vormen van vervoer in de stad goed moeten worden gefaciliteerd en dat er genoeg bushaltes in de wijken blijven bestaan.